Naar aanleiding van de vraag van de directie gaan de kinderen op zoek om met droge voeten in de klas te geraken bij regenweer op een moment dat dit nodig zou zijn.
Digitale verrijking:
- hulpmiddelen zoals Digibord en Google afbeeldingen
- Tool: Paint (i.f.v. uitwerken van een schets)
- Tools: Stop motion studio, stop motion factory, anymotion (i.f.v. maken van Stop Motion filmpje om het ontwerp voor te stellen)
Betekenisvolle context
Op een regenachtige dag spelen de kinderen heel graag in en rond de plassen op de speelplaats. Springen in en over de plassen biedt hen de nodige uitdaging en spelplezier.
Ontwikkelingsdoelen
Groot-motorische en klein-motorische vaardigheden in gevarieerde situaties
1.29 de kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauw- keurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren
1.27 de kleuters tonen actieve bewegingspogingen om de eigen behendigheidsgrens volgens eigen aanvoelen te verleggen
Techniek
2.3 de kleuters kunnen in een eenvoudige situatie nagaan welk technisch systeem best tegemoetkomt aan een behoefte
2.4 de kleuters kunnen ideeën bedenken voor een eenvoudig technisch systeem
2.5 de kleuters kunnen geschikt materiaal en gereedschap kiezen voor het realiseren van een eenvoudig technisch systeem
2.6 de kleuters kunnen een eenvoudig technisch systeem maken, al dan niet aan de hand van een stappenplan
2.7 de kleuters kunnen nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem
2.8 de kleuters zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken
2.9 de kleuters tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek.
2.10 de kleuters kunnen aangeven dat een technisch systeem dat ze gebruiken nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kan zijn.
Wiskundige initiatie - meten
2.1 de kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken
2.5 de kleuters kunnen handelend en verwoordend, aangeven dat een bepaalde grootheid (lengte, inhoud, volume, gewicht, oppervlakte) van een ding dezelfde blijft, hoe dit ook geplaatst of geordend is in de ruimte
2.6 de kleuters kunnen bij benadering een voorwerp "meten" met een zelfgekozen maateenheid.
Wiskundige initiatie-ruimte (initiatie op meetkunde)
3.1 de kleuters kunnen handelend, in concrete situaties de begrippen "in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag" in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met "richtingen" als symbolen hanteren
Fase 1: Probleemstelling
Spelen in de regen is of kan zeer leuk zijn. Soms is het echter zo dat iemand graag droge voeten blijft hebben wanneer deze op bezoek komt in de klas.
De kinderen moeten dus een manier verzinnen om over de plas te geraken.
De eisen die op voorhand worden meegegeven zijn: je moet zelf over de plas geraken: je mag niet nat worden en je mag er niet door zakken, je moet iets bouwen.
De kinderen kunnen deze eisen ook zelf verder aanvullen.
Tool: filmpje van de directie waarin de vraag om hulp geschetst wordt om de eisen mee te geven. (leraar)
Fase 2: ideeën bedenken
2a) Om hier samen met de kinderen over na te denken volgt een brainstorm. De leraar tekent alle antwoorden op een digibord.
De leraar stelt hierbij denk- en doe vragen bijvoorbeeld:
- Welke materialen kunnen we gebruiken?
- Aan welke voorwaarden moeten de materialen voldoen?
- Hoe groot moet het zijn?
- Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er een kindje over kan?
- Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een volwassene er over kan?
2b) We verdelen de klasgroep in groepen. Daarbij gaan ze per groep op zoek op Google afbeeldingen. Ze mogen daarbij termen inspreken en dan verschijnen er foto’s over hun ingesproken onderwerp.
2c) Er wordt ook een ontdekbak aangeboden met klein materiaal (= blauwe vilt). Onder klein materiaal verstaan we: takjes, boomschijfjes, houtplankje, dopjes, De kinderen kunnen hierbij zaken uitproberen (= trail and error). Hierdoor komen ze op nieuwe ideeën of suggesties.
tip: Hier komen 3 verschillende werkvormen aan bod om ideeën naar voor te brengen om zo alle kinderen kansen te bieden om input te doen.
Fase 3: Onderzoek opzetten
Uit de brainstorm komen verschillende materialen aan bod die de kleuters aangeven.
Door hierop in te spelen gaan er verschillende onderzoeken plaats vinden, bijvoorbeeld verschillende materialen testen op stevigheid of op grootte.
De bevindingen van deze onderzoeken worden samengebracht in een kringgesprek in de kring.
Fase 4: Ontwerpen op basis van bevindingen
4a) Keuze maken van het ontwerp
De kleuters krijgen de keuze om een schets uit te werken op papier of op een tablet met de app PAINT.
Daarbij stellen we de vraag:
- Welk middel vinden jullie het gemakkelijkst?
Denk- en doe-vragen voor de leraar:
- Waarom kiezen jullie deze materialen?
- Hoe zijn jullie op dit idee gekomen?
- Hoe zorgen jullie ervoor dat jullie ontwerp een kindje kan dragen?
De kleuters passen hun ontwerp aan op basis van deze en andere bedenkingen.
4b) Materialen bijeenzoeken
De kleuters nemen de materialen dat ze nodig hebben. Wij voorzien veel materialen zoals balken, plastic buizen, houten planken, tonnen, bakstenen, …
Tip: eventueel kan er ruimte voorzien worden om materialen te verzamelen doorheen de week.
Fase 5: Maken prototype
De kinderen maken hun ontwerp aan de hand van hun bouwtekening met ondersteuning van de leraar waar nodig.
Bijvoorbeeld: Ze werken eerst met plakband maar ze merken dat dit niet stevig genoeg is. Ze gaan op zoek naar een ander bindmiddel zoals duct tape of het inkloppen van nagels.
Fase 6: Testen & Evalueren
De verschillende groepjes gaan naar buiten en testen hun ontwerp.
Bijvoorbeeld: Bij een groepje is de stevigheid niet goed genoeg en zakt door, een ander ontwerp wankelt te veel. Ze moeten hun ontwerp aanpassen en optimaliseren. Daarbij gaan ze ook hun ontwerptekening aanpassen en verbeteren.
Alle groepen gaan opnieuw aan de slag en passen hun ontwerp aan.
Tijdens het evalueren worden tekortkomingen besproken en wordt ook nagegaan of het gemaakte voldoet aan de eisen.
Bijvoorbeeld: De kinderen zien de verschillende ideeën van elkaar. Ze vergelijken en nemen ideeën op van elkaar. We bespreken deze:
- Wat zijn de verschillen?
- Welke materialen hebben jullie gekozen?
- Waarom hebben jullie voor deze materialen gekozen?
Fase 7: Presenteren
Alle groepen presenteren hun brug. Ze doen dit aan de hand van een stopmotion filmpje. Ze moeten daarbij foto’s nemen terwijl ze hun brug oversteken. Deze worden aan elkaar geplakt in stop motion studio, stop motion factory, Anymotion.
Dit filmpje kunnen ze eventueel voorleggen aan de directie om te luisteren of ze zijn/haar probleem hebben kunnen oplossen.
Materiaal
- Constructiematerialen (hout, plastic buizen, kosteloos materiaal)
- Kleine materialen voor ontdekbak
- Hechtingsmaterialen
- Tablets
- Digibord
- ...
DigiSTEM
Verschillende digitale tools gebruiken om enerzijds (als leraar) een betekenisvolle context te creëren voor de kleuters (filmpje) en anderzijds om het proces te ondersteunen (digibord, google afbeeldingen, tekenapps). Het resultaat wordt via een stop motion filmpje vastgezet en gedeeld met anderen.
Science
Onderzoeken en vergelijken van eigenschappen. Inzichten verwerven over stevigheid, lengte en hoogte van de materialen.
Technology
Hanteren van technische systemen, het ontwerpen en maken van een nieuw technisch systeem. Inzicht in het gebruik van technische systemen als hulpmiddel om een bepaald doel te bereiken.
Engineering
Een ontwerp maken en bijsturen op basis van een ontwerpcriteria, waarbij verschillende eigenschappen worden onderzocht. Het maken en aanpassen van het bouwplan.
Mathematics
Kwantitatieve aspecten van de materialen bekijken. Groottes vergelijken, formaat afstemmen op één kleuter, meten en wegen.
Deze activiteit is geïnspireerd op een uitgewerkte activiteit die binnen het vak 'Onderzoekend leren' van de Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs van de Arteveldehogeschool uitgewerkt werd door: Cato Nobels, Delphine De Staercke, Febe Van Zele, Lani Pieters, Nayah Dossche.