De weg kwijt

Leeftijd
onderbouw lager onderwijs

Door samen allerlei oplossingen te bedenken en ze ook effectief te maken voor de verdwaalde kat Harry, verzinnen de kinderen zelf het vervolg van het verhaal 'Een huis voor Harry'.

Digitale verrijking via Tool: ProWise

Door samen allerlei oplossingen te bedenken en maken voor de verdwaalde kat Harry verzinnen de kinderen zelf het vervolg van het verhaal 'Een huis voor Harry' (Timmers, 2017). Dit verhaal is herkenbaar aangezien in de hele wereld katten voorkomen, in bijna alle gevallen zijn het huisdieren. Ook het probleem, Harry is verdwaald, is herkenbaar voor alle kinderen. Kinderen kunnen zelf een oplossing aanbrengen en deze ook effectief uitwerken. Op die manier geven de kinderen zelf verder vorm aan het verhaal over Harry.

 

Eindtermen

Taal

1.9 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: een gesprek met bekende leeftijdgenoten.

2.6 De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) het gepaste taalregister hanteren als ze: van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten.

4.8 De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: - plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven;

Wetenschappen en techniek

2.3 De leerlingen kunnen onderzoeken hoe het komt dat een zelf gebruikt technisch systeem niet of slecht functioneert.

2.9 De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen.

2.12 De leerlingen kunnen keuzen maken bij het gebruik of realiseren van een technisch systeem, rekening houdend met de behoefte, met de vereisten en met de beschikbare hulpmiddelen.

Sociale vaardigheden

1.5 De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.

1.6 De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.

Muzische vorming

6.4° De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen.

ICT

3 De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.

 

Inleiding

Vertel de kinderen dat je een boek of enkele prenten hebt meegebracht: “Vandaag heb ik een boek (of enkele prenten) voor jullie meegebracht. We gaan het verhaal van het boek samen beluisteren”.

Lees het verhaal voor.

Bespreek elke afbeelding, laat leerlingen vertellen wat ze zien, wijs dit ook aan in het prentenboek (doe dit ook bij de kaft). Laat hen verwoorden hoe het verhaal verder gaat en keer na een paar bladzijden telkens even terug op wat er al gebeurd is.

Fase 1: teken het verdere verloop van het verhaal

“Stopt het verhaaltje hier…?”

“Natuurlijk niet, maar wat zou er nu gebeuren?”

De kinderen gaan naar hun plaats terug en tekenen individueel het verdere verloop van het verhaal. Zeg dat het niet zo belangrijk is hoe de kat er precies uitziet, maar wel dat je kan zien wat er precies gebeurt.

De kinderen kunnen het verhaal nog eens individueel herbeluisteren via de ProWise presentatie. (slide 2)

We keren straks terug naar de kring en iedereen kan zijn idee vertellen of tonen.

Ze krijgen hiervoor 10 minuten. Beperk de tijd om de creativiteit van de kinderen te stimuleren.

Fase 2: bespreken van de tekeningen

Iedere leerling mag zijn tekening tonen of bespreken. De andere leerlingen en/of de leerkracht kan extra vraagjes stellen.

Voorafgaand/alternatief: je houdt een ‘museum’. Alle tekeningen blijven op tafel liggen, alle kinderen mogen rondwandelen in de klas en de tekeningen van anderen gaan bekijken. Voorwaarde: er wordt niet gepraat, gelachen … We kunnen besluiten dat Harry verdwaald is. Maar wat nu?

Fase 3: in groepjes een oplossing bedenken

In groepjes van 4 kinderen wordt gebrainstormd over hoe het probleem van Harry kan worden opgelost. Dit gebeurt best in heterogene groepen.

Volgende methodiek kan helpen om de kinderen te ondersteunen om oplossingen te bedenken, en om erover te waken dat alle kinderen inbreng hebben in het groepswerk:

De kinderen spelen de situatie/het probleem na, eventueel met behulp van materialen. Minimum 1 leerling observeert het spel van de medeleerlingen. Op basis van deze beleving en observatie bedenken de leerlingen een mogelijk vervolg en dus oplossing voor Harry.

De kinderen maken hun verschillende oplossingen duidelijk m.b.v. woorden, tekeningen … 1 oplossing per blad papier, post-it … (zie volgende fase). Alle oplossingen zijn mogelijk in deze fase! Het moet wel mogelijk zijn om de oplossing nadien verder te onderzoeken (bv. uitvoerbaar of niet? Stevig genoeg of niet? regenbestendige affiche of niet? etc.).

Fase 4: een oplossing kiezen

(1)

Ieder groepje wordt nu gevraagd om 1 oplossing te kiezen die ze verder willen uitwerken. Kiezen uit meerdere oplossingen is moeilijk, zeker als je achter je eigen oplossing staat en die dan dreigt te zien verdwijnen. Volgende methodiek kan helpen om op een doordachte manier te kiezen:

De leerlingen sorteren de oplossingen in 2 groepen: uitvoerbaar versus niet-uitvoerbaar. De uitvoerbare oplossingen delen ze vervolgens nog eens op in twee groepen: wow! en ok…

(2) 

De klasgroep komt weer samen, elk groepje stelt zijn gekozen oplossing voor binnen een beperkte tijd (bv. 5’). De kinderen kunnen elkaar vragen stellen, bijkomende ideeën aanreiken …

(3) 

Optioneel: klassikaal kan één oplossing gekozen worden uit de oplossingen van de verschillende groepjes. Volgende methodiek kan hierbij helpen: Ieder groepje leerlingen krijgt vijf knikkers/blokjes/… die ze via onderling overleg verdelen over de verschillende oplossingen (met uitzondering van de eigen oplossing). De oplossing met de meeste knikkers/blokjes/… wordt gekozen om verder uit te werken.

 

fase 5: de gekozen oplossing uitwerken en optimaliseren

In hun groepje bedenken de kinderen een plan om de oplossing uit te werken (hoe gaan ze de oplossing vormgeven, wat hebben ze hiervoor nodig …). Ze kunnen dit visueel maken via een gezamenlijke ontwerptekening. Op basis van hun plan gaan de kinderen vervolgens aan de slag om hun oplossing te realiseren.

Mogelijke oplossingen/uitwerkingen:

  • Zoekactie: Een poster ontwerpen om Harry te vinden (als baasje). Hoe zorg je ervoor dat Harry herkend kan worden? Hoe kunnen jullie zo snel mogelijk zoveel mogelijk posters maken? …
  • Nieuw huis: Met eenvoudige materialen (karton, kleefband, plastic, lijm …) een huisje bouwen dat aan een aantal vooropgestelde criteria moet voldoen (een deur, waterdicht, groot genoeg, zacht …).
  • Terug thuis: Een manier bedenken om Harry te helpen om de weg terug te vinden naar huis. Een uitkijktoren bouwen met eenvoudige materialen. Of kan je zelf een (schat)kaart maken? Kan je met een eenvoudige beschrijving alle kinderen van de klas naar een bepaalde plek leiden? Kan je keitjes gebruiken? Bordjes?
  • Carte blanche: Allerlei andere oplossingen

Het is belangrijk dat de kinderen hun oplossing telkens optimaliseren aan de hand van bepaalde criteria waardoor het onderzoeken centraal komt te staan (bv. welk materiaal gebruik je voor een affiche? Hoe zorg je voor een stevig huis?).

Fase 6: Katten herkennen

Eén van de opties van de vorige fase is het houden van een zoekactie. Hiervoor is het natuurlijk noodzakelijk dat alle kenmerken van Harry onmiddellijk duidelijk zijn op de poster van de zoekactie.

Hier gaat het specifiek over het aanleren van een aantal computationele vaardigheden: 'patronen herkennen' en 'abstraheren' (zie ook computationeel denken)

Brainstorm samen met de kinderen over de kenmerken van een kat. Gebruik hiervoor de ProWise presentatie, slide 3:
ProWise presentatie. De kinderen kunnen dit ook individueel doen. De juiste oplossing wordt gegeven.

Vervolgens krijgen de kinderen 6 foto's van katten te zien, en 6 kleurenfiches. Zie slide 4: ProWise presentatie
Je kan samen met de kinderen op zoek gaan naar de juiste naam bij de juiste kat. Je kan hen dat ook zelf laten doen in kleine groepjes of individueel. Uiteraard wordt dit dan na de oefening samen besproken.

Tenslotte krijgen de kinderen 6 foto's van katten te zien in de ProWise presentatie. Ze moeten nu voor elke kat een eigen fiche maken door deze in te kleuren met de juiste kleuren in de ProWise.

Op basis van wat ze nu geleerd hebben; moeten ze een fiche maken voor de kat Harry, en deze integreren in de poster voor de zoekactie. Gebruik hiervoor de blanco fiche terug te vinden bij 'materiaal'.

 

Slot

De kinderen stellen hun oplossing voor aan de klasgroep. Dit gebeurt via een verteltafel met kat Harry. Als groep beelden ze via hun oplossing het verdere verloop van het verhaal uit.

De leerkracht kan doorvragen, bijvoorbeeld: ‘Daar zit Harry dan in zijn huisje…’ Wat heeft Harry nog nodig om het huisje echt THUIS te maken? Mist hij zijn baasje? Misschien mist zijn baasje hem wel heel erg? Hoe raakt hij terug thuis? (refereer naar de schatkaart).

Het boek kan volledig voorgelezen worden. De kinderen kunnen reageren en het verhaal vergelijken met hun oplossing(en).

Eventuele vervolgactiviteiten:

  • De kinderen kunnen via de oplossingen van de verschillende groepjes het verhaal op uiteenlopende manieren spelen aan de verteltafel. Ze kunnen ook nog extra materialen creëren om het verhaal uit te beelden: bv. vrienden van Harry … Ze kunnen op basis hiervan filmpjes maken.
  • De kinderen kunnen ook zelf een boekje ontwerpen. Ze overleggen onderling hoe het verhaal verder gaat op basis van de verschillende oplossingen van de groepjes. Ze spreken af wie welke passage tekent. Het verhaal wordt vervolgens gebundeld in een boekje voor de klasbib.

Per groep van 4:

  • Tekenpapier
  • Kleur- en schrijfgerief
  • Post-it’s/strookjes papier/…
  • 2 sorteerfiches (zie bronnenlijst)
  • 5 knikkers/blokjes/…
  • Karton, kleefband, plastic, lijm, eigen meegebracht kosteloos materiaal, … (afhankelijk van de gekozen oplossingen/uitwerkingen)
  • ProWise-presentatie  
  • Blanco fiche katten (zie pdf download hieronder)

Per klas:

  • Boek of 4 prenten (eerste 4 pagina’s van het verhaal)Timmers, L. (2017) Een huis voor Harry. Querido, Amsterdam.

  • Materialen voor de verteltafel (speelgoedhuis, kat Harry en eventueel vlinder Vera (knuffel, karton, …), …).

  • Kat Harry (bv. knuffel)

DigiSTEM

De STEM-activiteit werd digitaal verrijkt met behulp van een ProWise-presentatie. Deze presentatie werd gedeeld met de kinderen zodat zij daarop zelfstandig aan de slag konden gaan om opdrachten uit te voeren en ideeën te delen. 

Science

De kinderen bedenken verschillende oplossingen en onderzoeken de mogelijkheden ervan. 

Technology

De kinderen voeren hun idee uit waarbij ze bepaalde constructies moeten maken om Harry terug te vinden of de weg naar huis te laten vinden. 

Engineering

De kinderen schetsen hun constructies en denken na over de verschillende materialen die ze gebruiken. 

Mathematics

Kwantitatieve aspecten van de materialen bekijken. Geschikte afmetingen bepalen voor een goed zichtbare poster. Een bepaalde afstand berekenen tussen waar Harry is en zijn huis. 

Het herkennen van patronen, abstraheren zijn computationele vaardigheden die geoefend worden in fase 6.

Deze activiteit is gebaseerd op een eerder ontwikkelde STEM-activiteit: De weg kwijt | STEAM-Stories en Kat vermist | STEMcomputer