In deze activiteit gaan de kleuters aan de slag om een kangoeroe te helpen om een buidel te maken voor haar geadopteerde baby.
Digitale verrijking:
- Sprekende muur (kinderen kunnen instructies herbeluisteren)
- Verhalen digitaal inspreken met bv. powerpoint
- Quizzen met tools zoals kahoot, wooclap of zelfs powerpoint
- Interactieve praatplanten maken met bv. Thinglink
Betekenisvolle context
De betekenisvolle context wordt door de leerkracht gecreëerd door het prentenboek van de buidelbaby (deels) te vertellen.
Of
Dit kan ook zonder prentenboek gebeuren, bijvoorbeeld aan de hand van een poppenspel, verteltafel, …
Ontwikkelingsdoelen
OD Techniek
2.3 de kleuters kunnen in een eenvoudige situatie nagaan welk technisch systeem best tegemoet komt aan een behoefte
2.4 de kleuters kunnen ideeën bedenken voor een eenvoudig technisch systeem
2.5 de kleuters kunnen geschikt materiaal en gereedschap kiezen voor het realiseren van een eenvoudig technisch systeem
2.6 de kleuters kunnen een eenvoudig technisch systeem maken, al dan niet aan de hand van een stappenplan
2.7 de kleuters kunnen nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem
2.8 de kleuters zijn bereid hygiënisch, veilig en zorgzaam te werken
2.9 de kleuters tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek.
OD Natuur - Levende en niet-levende natuur
1.6 de kleuters kunnen illustreren dat de geboorte van mens en dier wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling in een ei.
OD Wiskundige initiatie - meten
2.1 de kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken
2.5 de kleuters kunnen handelend en verwoordend, aangeven dat een bepaalde grootheid (lengte, inhoud, volume, gewicht, oppervlakte) van een ding dezelfde blijft, hoe dit ook geplaatst of geordend is in de ruimte
2.6 de kleuters kunnen bij benadering een voorwerp "meten" met een zelfgekozen maateenheid.
Wiskundige initiatie - ruimte (initiatie op meetkunde)
3.1 de kleuters kunnen handelend, in concrete situaties de begrippen "in, op, boven, onder, naast, voor, achter, eerste, laatste, tussen, schuin, op elkaar, ver weg, dicht bij, binnen, buiten, omhoog en omlaag" in hun juiste betekenis gebruiken. Zij kunnen pictogrammen in verband met "richtingen" als symbolen hanteren
Fase 1: Probleemstelling
Het verhaal van de buidelbaby wordt verteld. Hierbij wordt het verhaal gestopt wanneer de kangoeroe-mama beslist om de baby te adopteren, maar beseft dat ze een alternatief moet hebben voor haar buidel. (= betekenisvolle context)
Samen met de kinderen wordt besproken welke ontwerpcriteria belangrijk zijn bij het ontwerpen van dit technisch systeem. Hierbij is ook een ‘baby’ aanwezig waarvoor dit technisch systeem wordt uitgewerkt, waardoor dit kan getest worden.
Enkele mogelijke criteria zijn (samen met de kinderen te bepalen): handig aan- en uit te trekken, zacht voor de baby, moet open en dicht kunnen, waterdicht zijn, warm zijn, gepast zijn voor de baby, de drager moet de handen vrij kunnen hebben, …
Digitaal: sprekende muur om criteria die je samen hebt opgemaakt vast zetten. Hierdoor kunnen kinderen in de vervolgstappen ook steeds terugkeren naar de criteria door deze opnieuw te beluisteren.
Fase 2: Ideeën bedenken
Met een deelgroepje worden ideeën bedacht om de buidel of een ander technisch systeem te maken dat de kangoeroe kan helpen. Er wordt nagedacht waar de kangoeroe dit systeem kan dragen (vooraan, achteraan,...). Deze ideeën worden bijgehouden (vastgezet) door deze in een brainstorm te tekenen.
Er wordt samen gekeken welke materialen kunnen gebruikt worden om aan de criteria te kunnen voldoen.
Kinderen kunnen kiezen op basis van welk criterium ze een technisch systeem willen ontwerpen. De leerkracht laat hen kiezen en verdeelt hen zo in groepjes.
Je kunt het verhaal digitaal inspreken wie bijvoorbeeld powerpoint om opnieuw te beluisteren, dus mama kangoeroe die kort nog eens uitlegt wat het probleem is.
Fase 3: Ideeën bedenken vanuit nieuwe kennis
Tijdens deze activiteit kun je op een bepaald moment de betekenisvolle kennis verruimen door nieuwe kennis te laten verkennen. Hierbij kan digitale verrijking een handig hulpmiddel zijn.
Je kan de kinderen naar een videofragment laten kijken waarin aanbod komt hoe dieren hun baby's dragen of een interactieve vertelplaat (zelf te maken met Thinglink): aapje op de rug, draagzak bij mama, bij het nekvel (katten), aan de staart hangen, tussen de poten.
De kinderen kunnen na het bekijken van het filmfragment ook een quiz doorlopen die vorm is gegeven via powerpoint, een kahoot, een wooclap.
Fase 4: Onderzoeken uitvoeren
Op basis van de gekozen criteria kun je aan aantal onderzoeken gaan opzetten omtrent bijvoorbeeld:
- zachtheid van stof
- waterdoorlaatbaarheid van de stof
- stevigheid van de stof
- Hoe warm is de stof voor de baby (tip: dik is verschillend van warm!)
Fase 5: Plannen
Vanuit de criteria wordt concreet gepland welk ontwerp zal worden uitgewerkt.
Materialen worden verzameld.
Je kan ook in verschillende groepen werken en verschillende ontwerpen uitvoeren.
Fase 6: Maken
De technische systemen worden gemaakt. Hierbij wordt geregeld aandacht gevestigd op de technische criteria, die ook moeten getest worden doorheen het proces.
Mogelijkheid: verschillende groepjes houden bij een eerste ontwerp elk met 1 criterium rekening, en maken op basis daarvan een eerste ontwerp, een kleinere versie.
Vervolgens kunnen deze ontwerpen met bijhorende ontdekkingen samengebracht om zo tot een totaal-ontwerp te komen dat met verschillende criteria rekening houdt. Dit ontwerp kan voor de grotere klaspop/baby gemaakt worden.
Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen en ruimte te laten voor experimenteren als je bijvoorbeeld nieuwe (voor de kinderen) hechtingsmaterialen gaan inbrengen als materiaal. Hou zeker ook de meetfasen in het achterhoofd en ga hier niet te abstract gaan meten.
Fase 7: Testen & Evalueren
Zowel doorheen als op het einde van het ontwerpproces worden de criteria getoetst. De leerkracht wijst de kinderen hier geregeld op, stelt hen vragen zodat ze zich bewust blijven van deze criteria.
Daarna kan het ontwerp nog bijgestuurd worden, om nog meer aan de ontwerpcriteria te voldoen.
Fase 8: Presenteren
Als slot worden de ontwerpen aan elkaar voorgesteld. Hierbij is oog voor de ontwerpcriteria en het proces.
Indien wordt gewerkt met deelgroepjes kan hier het eindresultaat gepresenteerd worden, waarbij verwezen wordt naar de deelonderzoekjes die eerdere gebeurden. Hierbij komen deze verschillende criteria aan bod.
Materiaal
Prentenboek ‘Buidelbaby’
Verschillende poppen (groot en klein)
Stofjes (dikker, dunner, fleece, …), plastic folie, plastic zakjes, mousse, ijzerdraad, tang, hechtingsmaterialen zoals verschillende lijmsoorten, nietjesmachine, touw, naald en draad, zelfklevende klittenband, knoopjes, …
Materiaal om te testen (vb gieter als dit waterbestendig moet zijn, ventilator als het de wind moet tegenhouden, …).
DigiSTEM
De kinderen kunnen met behulp van de sprekende muur de criteria bijhouden en opnieuw beluisteren, via een digitaal ingesproken verhaal kan de probleemstelling terug opgeroepen worden.
Daarnaast kunnen de digitale tools helpen om de voorkennis te verruimen: een videofragment of een interactieve vertelplaat. Deze verwerking kan verder uitgediept worden door een quiz via powerpoint, een kahoot, een wooclap.
Science
Onderzoeken en vergelijken van eigenschappen, kennis over natuur (kangoeroe), biomimicry (inspiratie uit de natuur voor ontwerpen)
Technology
Hanteren van technische systemen, het ontwerpen en maken van een nieuw technisch systeem.
Engineering
Ontwerp maken en bijsturen op basis van ontwerpcriteria, waarbij eigenschappen worden onderzocht. Optimaliseren voor de klaspop.
Mathematics
Groottes vergelijken, formaat afstemmen op pop (meten), wiskundige kennis (kwantitatieve verschillen) toepassen.
Bronnen
Brami, E. (2006). Buidelbaby. Uitgeverij De Eenhoorn.